Met Ole
Martin Aarst hoopt Anderlecht de trefzekere spits te hebben gevonden die paars-wit uit het
dal kan halen, maar de 23-jarige Noor haast zich om de hoge verwachtingen van zich af te
schudden. "Ik ben de redder van Anderlecht niet", zegt Aarst.
Ole Martin Aarst was de voorbije drie jaar profvoetballer bij het Noorse Tr�ms�, waarvoor hij de laatste twee seizoenen telkens negen keer scoorde.
Voordien combineerde hij voetbal bij een amateurclub met een job in een
kinderopvangcentrum. Vijf keer werd hij geselecteerd voor het Noorse beloftenteam, maar
tot de A-ploeg stootte hij nooit door. In het beste geval zou Anderlecht kunnen uitgroeien
tot een springplank naar la Coupe du Monde. -Het zou ��n van de positieve
kanten zijn van mijn verblijf bij Anderlecht kunnen worden, beseft Aarst, maar voorlopig denk ik daar niet aan. Ik wil in de eerste plaats hier
presteren. Maar Noorwegen beschikt momenteel over zoveel goeie aanvallers, dat een
plaatsje bij de 22 voor het WK duur wordt.
Martin Ole Aarst stond voor het seizoen al op het verlanglijstje van
Anderlecht, maar bleek toen onhaalbaar. -Ik heb er nu spijt van dat we toen niet tot een
akkoord kwamen, zegt Aarst. Ik had destijds een andere manager. Die beloofde me
schitterende contracten bij Manchester
City en Birmingham.
Toen puntje bij paaltje kwam, bleek daar niet veel van aan. Die man heeft me een beetje
bedot. Later toonden ook Moeskroen en Lierse hun interesse. Neel
De Ceulaer zwaaide op een gegeven moment zelfs met een getekende overeenkomst. -We
hadden een akkoord, bevestigt Aarst, maar bepaalde formaliteiten moesten nog vervuld worden. Uiteindelijk was
het aanbod van Lierse niet zo interessant. Ze wilden me huren tot 1 maart, vlak voor de start
van de nieuwe Noorse competitie. Bovendien werd Troms�
uitgerekend in die periode Europees uitgeloot tegen Chelsea. De club kon het
niet maken tegenover de supporters om mij op dat moment te laten vertrekken. Zelf wou ik
ook absoluut tegen Chelsea spelen. Je wist maar nooit welke Engelse clubs me allemaal aan het werk
zouden zien. Toen Anderlecht opnieuw aanklopte, was Troms�
wel meteen bereid tot praten. -We hadden ondertussen
het behoud in de hoogste klasse verzekerd, zegt Aarst. Vorige winter had ik met de club een nieuw contract voor 4 jaar
afgesloten, op voorwaarde dat ze me zouden laten gaan wanneer een grote Europese club zou
komen aankloppen. Dat Sporting Anderlecht ondertussen slecht boerde in de Belgische
competitie en geconfronteerd werd met een Europese uitsluiting voor ��n seizoen, vormde
voor Aarst geen
bezwaar. -Anderlecht blijft een grote club, zegt hij. Ze willen opnieuw een topteam
uitbouwen, ik heb geen reden om daar aan te twijfelen. In Noorwegen is Anderlecht veruit
de Belgische club met de grootste faam. Het is ook een mooie club. Veel mooier nog dan ik
verwacht had. Ik voel me ondertussen al behoorlijk thuis. In Sint-Pieters-Leeuw
heb ik de woonst van James
Debbah kunnen overnemen. Mijn vriendin Trude blijft voorlopig in
Noorwegen. Maar in mei is ze afgestudeerd, dan komt ze naar Belgi�. Uit de
mediabelangstelling van de afgelopen dagen alleen al heeft Ole kunnen afleiden dat er veel van
hem verwacht wordt. -De druk is groot, geeft hij toe. Maar iedereen moet beseffen dat ik
de redder van Anderlecht niet ben. Ik ben maar ��n van de elf, men mag niet verwachten
dat ik het helemaal alleen ga doen. Ik heb mijn gaven natuurlijk. Ik ben sterk in de
lucht, ik kan ook bikkelen binnen de rechthoek. Ik weet dat er in de eerste plaats
doelpunten van mij verwacht worden. Maar een spits die voor assists zorgt, levert ook goed
werk. Als de ploeg er maar beter van wordt. Anderlecht liet zijn vertrouwen in Aarst blijken door hem een
overeenkomst tot 2002 te laten tekenen. -De club wil me tijd en ruimte geven, heeft hij
begrepen. In die periode moet ik nog beter kunnen worden. Ik weet dat technisch voetbal
hier hoog aangeschreven staat, maar ik ben geen Maradona. Ik ben een echte centrumspits, die het fysieke werk niet schuwt. Als er
al een vergelijking met andere aanvallers mogelijk is, dan leun ik qua stijl misschien nog
het meest aan bij Steffen Iversen van Tottenham. Maar ik houd niet van vergelijkingen.
|
|